WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 22 november 2024

Logaritmische vergelijkingen

2·(log(x-1)-4log(x2+1))=1-4log25
Ik weet niet hoe er aan te beginnen.

Yannick
29-1-2008

Antwoord

Om te beginnen kun je de boel eens wat vereenvoudigen.
1-4log25=4log4-4log25=4log(4/25)
Links en rechts delen door 2 levert:
log(x-1)-4log(x2+1)=1/24log(4/25)=4log(2/5)
Je houdt nu dus over:
log(x-1)-4log(x2+1)=4log(2/5)

Zou je eens willen kijken of er toevallig bij die log(x-1) niet nog een of ander grondtal staat, of dat we dat moeten beschouwen als een 10log?

hk
29-1-2008


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#54139 - Logaritmen - 3de graad ASO