Een ondernemeing verstrekte aan één van haar werknemers per 1 januari 1991 een lening van €200.000. Terugbetalen dient plaats te vinden door middel van 40 halfjaarlijkse annuiteiten, voor het eerst op 30 juni 1993. Rente: 3,2% SI per half jaar. De eerste 2 jaar wordt geen rente betaald, de schuldrest vermeerderd met de verschuldigde rente. De annuiteiten worden naar beneden afgerond op een veelvoud van €100. Het aldus te weinig betaalde kan op twee manieren worden betaald, dit ter keuze op de leningnemer:
- Per 1 januari 1991 een lager bedrag in handen krijgen dan €200.000.
- Een extra bedrag betalen bij de betaling van de laatste annuiteit.
a. Bereken het bedrag dat de leningnemer per 1 januari 1991 lent als hij kiest voor de eerste optie.
b. Bereken het extra bedrag dat bij de laatste annuiteit betaald moet worden in vier manieren als voor de laatste optie word gekozen.
a lukte me wel. Ik kreeg er €199.327,06
maar hoe moet b?Dirk Spaans
17-12-2007
Dirk,
Oplossing b:Leningnemer ontvangt op 1 jan.1991 200.000-199.327,06=672,94 te veel.Dit moet einde looptijd met rente terugbetaald worden.Geeft 2.690,81.
Een andere oplossing:Wisk.ann.-betaalde ann,=34,10.Dus halfj.wordt dit bedrag te weinig betaald.Eindwaarde hiervan terugbetalen.
kn
17-12-2007
#53524 - Wiskunde en economie - Student hbo