Graag zou ik hulp krijgen bij de volgende opdracht:
ABCD.EFGH is een balk met AB=BC=4 en CG=10.
Construeer en bereken de lengte van het kortste verbindingslijnstuk van AG en BC.
Mijn antwoord:
$\Delta$CDG^BC
DG is projectie van AG op CDG
C is projectie van BC op CDG
CK^DG is kortste lijnstuk
P = AG $\cap$ lijn door K//AD
Q = BC $\cap$ lijn door P//CK
Om deze lengte te berekenen heb ik $\Delta$DCG getekend, maar hoe dan verder?
Bedankt alvast!Tjen
20-10-2007
Een goed plan! Want BC is evenwijdig aan ADGF. En als je dan in de richting van AD kijkt...
In $\Delta$DCG geldt:
$\Delta$DCG~CSG (gelijkvormigheid)
DG=√116
Met een verhoudingstabel kan je dan de lengte van CS bepalen.
Zie Oefenopgaven gelijkvormigheid voor voorbeelden met antwoorden (met name opgave 1).
WvR
20-10-2007
#52596 - Ruimtemeetkunde - Student hbo