beste wisfaq,
Ik probeer uit te zoeken hoeveel (reele) oplossingen de volgende vergelijking heeft:
2z3-z2+z-2=0
ik probeer de oplossing te vinden door een staartdeling te maken en die doe ik als volgt:z-1/2z3-z2+z-2\2Z2 +3Z+4+ (2/Z-1)zodat ik uiteindelijk de functie kan opschrijven als
2z3-2z2
-----------
3z2+z
3z2-3z
-------
4z-2
4z-4
-----
2
(z-1)·(........) het tweede lid moet een 2e graads vergelijking zijn. als D0 dan weet ik dat er 3 reeele oplossingen zijn. als D0 dan zijn er 2 complexe oplossingen en 1 reele oplossing (z=1)
kunt u mij uitleggen welke reken-fout denkfout maak bij de staartdeling? als ik voor z 2 invul dan is
2z3-z2+z-2¹(z-1)·(2Z2 +3Z+4+ (2/Z-1))
bvd,
(ps ik heb deze vraag eerder verzonden, maar ik heb nog geen bevestiging dat deze aangekomen was...wellicht een foutje in mijn emailadres....)
Carlos
carlos
19-10-2007
De fout zit hem in de "aftrek sommetjes" in de staartdeling.
Bijvoorbeeld: als je 2z3-2z2 aftrekt van 2z3-z2 dan krijg je
(2z3-z2)-(2z3-2z2)=2z3-z2-2z3+2z2=z2 en niet 3z2
De juiste staartdeling isz-1/2z3 -z2+z-2\2z2+z+2
2z3-2z2
---------
z2+z
z2-z
-----
2z-2
2z-2
----
0
hk
19-10-2007
#52580 - Formules - Student universiteit