Hallo Koen,
stellen we nu c= (k2-a2)/2b(1+cosA) en ook c=k-b en deze 2 vergelikingen gelijkstellen omdat hun eerste leden dezelfde zijn geeft:
k2-a2/2b(1+cosA)=k-b
uitewerking geeft:
k2-a2=2kb+2kbcosA-2b2-2b2cosA
en herleid op nul:
2b2+2b2cosA-2kb-2kbcosA+k2-a2=0
2(1+cosA)b2-2k(1+cosA)b+k2-a2==0
Wortels
b(1,2)= ((((k(1+cosA)+/-√(k2(1+cos)2-2(1+cosA)(k2-a2))))/2(1+cosA)
En dan zit ik weer een beetje vast ...
Of klopt het niet?
Groeten,
Lemmens Rik
20-4-2007
Hallo Rik,
Het is geen Koen,maar dat doet niet ter zaken.Stelvoor de eenvoud
R=(k2-a2)/(2(1+cos$\alpha$)).Uit b+c=k en bc=R volgt nu dat b2-kb+R=0.Dit geeft
b=(k+√(k2-4R))/2 en c=(k-√(k2-4R))/2 of omgekeerd.
Hopelijk zo duidelijk.
kn
20-4-2007
#50411 - Goniometrie - Ouder