sorry voor de overlast ,maar volgens mij wordt de linker kant vereenvoudigd tot het resultaat aan de rechter kant
ik hoop dat het nu duidelijk issharon
18-4-2007
OK. Maar dat is helaas niet het geval. Vul maar eens x=4 in.
linkerkant van vergelijking 1: 1/2·(2-1/8+1/4-32)=-1415/16 15/16
rechterkant van vergelijking 2: 3/2·(2-32)=-45
Als het voor één x al niet gelijk is kan het nooit voor alle x gelijk zijn. Dit is overigens verstandig om altijd te doen: Als je moeite hebt om te bewijzen dat twee dingen gelijk zijn, vul dan eens iets in om het uit te proberen. Als het niet klopt hoef je ook niet verder naar een bewijs te zoeken. Maar misschien moet de vergelijking iets anders geformuleerd worden?
Groet. Oscar
os
18-4-2007
#50349 - Algebra - Leerling bovenbouw havo-vwo