Ja maar als je dat uitwerkt krijg je:
5n2+10n+5+6n+6-3-5n2-6n+3=10n+14
je weet nu het verschil tussen twee opeenvolgende termen van de MR maar dat getal ken je niet. Je weet alleen dat het verschil tussen twee opeenvolgende getallen van de RR gelijk is aan 10. Toch?Kevin
20-3-2007
Beste Kevin,
De verschilrij heeft als voorschrift u(n)=10n+14 en dat is precies een rekenkundige rij met verschil 10 - hetgeen aangetoond moest worden.
mvg,
Tom
td
20-3-2007
#49811 - Rijen en reeksen - 2de graad ASO