het is inderdaad een zeer vervelende opgave. Opzich is het alleen maar een toepassing van de rekenregels die je op de HAVO hebt geleerd maar op een 1 of ander manier zie ik het niet meer. Maar nog even een kleine correctie.. ik heb de vraag verkeerd overgenomen. In de eerste deel van de breuk staat er c^-24 en ik had gezet c^(-24/6) dat klopt niet.
Boven de deelstreep heb ik nu het volgende staan:
b^(11/30).c^(-4/5) : c^(14/5).a^(-1/10).b^(7/10) Omdat dit ook een deling betreft kan ik de exponenten van dezelfde letters van elkaar aftrekken. En dan krijg ik dit:
b^(-1/3).c^(-18/5).a^(-1/10) (met die a heb ik niks gedaan dus).
Klopt dit tot zo ver?
Onder de deelstreep staat er vereenvoudigd a^(-3/10) en als ik me het goed kan herinneren kan ik die boven de deelstreep brengen zodat die negatiefe exponent verdwijnt dus moet ik de a^(-1/10) die ik hierboven er uit had gekregen optellen bij a^(3/10). Dus krijg ik er uit a^(1/5)
Oke nu even alles op een rijtje... die deelstreep ben ik nou kwijt. alles wat ik nu heb is:
b^(-1/3).c^(-18/5).a^(1/5). Klopt dit? en hoe nou verder? want ik moet het antwoord in 1 worteltekenschrijven en zonder negatiefe exponenten. Ik wordt er echt knettergek vanSerhan
17-1-2007
Boven de streep heb je a^(-1/10) en onder de streep a^(-3/10).
Bij delen trek je de exponenten af, dus krijg je a^(-1/10 - -3/10) = a^(1/5)
Tot zover lijkt het me nu wel te kloppen.
Nu die ene wortelvorm nog.
Omdat er breuken met noemer 3 en met noemer 5 in het slotresultaat staan, maak je er eerst maar breuken met noemer 15 van.
Dus a^(3/15).b^(-5/15).c^(-54/15).
Dat kan nu worden omgezet volgens de regel a^(p/q) = q-de machtswortel uit a^p.
Zo krijg je dan de vijftiende machtswortel van a^3.b^(-5).c^-54) en als je de factoren met negatieve exponenten nog even naar beneden verplaatst, ben je er wel zo zoetjes aan.
Dus: vijftiende machtswortel uit a^3.1/(b^5).1/c^(54).
Word hier niet knettergek van! De opgave is zelf knettergek.
MBL
17-1-2007
#48636 - Rekenen - Student hbo