WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 22 november 2024

Aanpak van een som

Hallo,

ik heb de volgende som die luidt:

29a Bereken cos(t) in het geval dat sin(t) = 1/2
b Bereken sin(t) in het geval dat cos(t) = 2 sin(t)

ik heb bij 29a het volgende gedaan:

(sinus inverse (0.5))/$\pi$ = 1/6, dus sin(1/6$\pi$) = 0.5
nu doe ik cos(1/6$\pi$) = 0.866 ongeveer... dat klopt wel, maar ik vraag me af hoe je een 'gehele antwoord' hieruit kan krijgen. cos(1/6$\pi$) = 0.5√3

Verder snap ik niet hoe ik vraag B moet aanpakken...

Met vriendelijke groeten Tom

Tom
16-1-2007

Antwoord

1.
Als de sinus van hoek A (in een rechthoekige driehoek ABC) gelijk is aan 1/2 dan is de overstaande rechthoekszijde 1 en de schuine zijde gelijk aan 2. De aanliggende rechthoekszijde is dan √3. De cosinus van hoek A is dan gelijk aan...?!

2.
Er geldt sin2t+cos2t=1 als cos t = 2sin t dan geldt:

sin2t+(2sin t)2=1

Oplossen en opgelost...

WvR
16-1-2007


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#48604 - Goniometrie - Leerling bovenbouw havo-vwo