Beste Martijn,
Dan kun je het toch nog niet oplossen, want er staat allemaal p's in de abc-formule. Ik heb namelijk gekregen a= 3p2, b= 13p en c=14. Als ik dit invul in de abc-formule en die herleid kom ik niet uit, want ik moet de p's nog wegwerken. Wat moet je daarna dan doen?
Groetjes,
Linda.
ps. Bedankt voor de snelle reactie .Linda
3-1-2007
Beste Linda,
als je het punt (p,14) ingevuld hebt in het functievoorschrift, dan waren we uiteindelijk uitgekomen op een vergelijking 3p2-13p+14=0.
Deze vergelijking vertelt je voor welke waarden van p het invullen van het punt in de functie goedgaat.
Dit is een "tweedegraadsvergelijking in p". omdat p de onbekende is.
(net zoals bijvoorbeeld x2-3x+2=0 een "2e-graads vergelijking in x" is, omdat hier "x" de onbekende is)
welnu,
kijken we naar 3p2-13p+14=0
dan hebben we de abc-formule nodig om deze op te lossen.
a=3, b=-13 en c=14
De discriminant D = Ö(b2-4ac) = Ö(169-168) = 1
(hey, dat ziet er tenminste prettig uit!! )
dus de oplossingen zijn p1,2= {-b±ÖD}/2a
= (13±1)/6
Dus p=7/3 v p=2
check maar door in te vullen in de oorspronkelijke functie (en punt)
groeten,
martijn
mg
3-1-2007
#48325 - Functies en grafieken - Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo