Hallo, ik weet echt niet hoe ik aan de volgende vergelijking moet beginnen:
4 (t2-t+4)= 3t + 2t
----------- ---- -----
t2-16 t+4 t-4
Ik had al gedacht dat ik misschien die eerste noemer
(t2-16) kon splitsen in (t+4)(t-4) maar dit lijkt me niet echt de bedoeling en uitwerken van de noemer mag volgens mij al helemaal niet... en wat moet ik dan doen als ik 2 verschillende noemers zou hebben? Ik zou't zeer fijn vinden als u mij kunt vertellen wat ik nu moet doenkatinka
11-11-2006
Hiermee zijn de noemers overal gelijk gemaakt.
* tel in het rechterlid beide breuken bij elkaar op;
* teller,links = teller,rechts uitwerken;
* als extra voorwaarde stel je dat wat de uitkomst ook moge zijn, de noemer mag nóóit nul worden. (dus x¹.... )
groeten,
martijn
mg
11-11-2006
#47571 - Vergelijkingen - 2de graad ASO