Dit is de opgave:
2/1+j + 3/2−2j
Hoe los ik dit het beste op. Door eerst de breuken apart op te lossen? En hoe pak ik het aan als de teller maar uit 1 getal bestaat? Ik weet hoe ik hem op moet lossen als de teller bestaat uit een optelling of aftrekking.B
30-10-2006
Beste Broes,
Door gebrek aan haakjes is je opgave wat onduidelijk, bedoel je dit:
2/(1+i) + 3/(2-2i)
Met i de imaginaire eenheid (gebruik ik liever dan j, maakt niet uit).
Bij deling door complexe getallen is het idee om teller en noemer te vermenigvuldigen met de complex toegevoegde uitdrukking van de noemer, zo wordt de noemer reëel.
Je hebt twee mogelijkheden: dit twee keer toepassen (namelijk op beide breuken) en dan eventueel samennemen, of eerst op één breuk zetten en dan één keer toepassen.
mvg,
TomZie Delen van complexe getallen [http://www.wisfaq.nl/showrecord3.asp?id=2161]
td
30-10-2006
#47403 - Complexegetallen - Student hbo