Sorry maar ik snap b nog steeds niet. Het wordt een vergelijking met twee verschillende onbekenden.
6.6= (6.4n+6.9n)/20
...en ik ben al niet zo'n ster in wiskunde :(:(:(:(:(:(FK
18-9-2006
Wat niet is kan nog komen natuurlijk...
Je was trouwens al aardig op weg... alleen kan je met n jongens in klas V5a het aantal meisjes schrijven als 20-n. En dat is dan wel 'dezelfde' n. Stel dat er in de klas 8 jongens zitten, dan zitten er 20-8=12 meisjes in de klas.. snap je?
Je krijgt dan:
De 'truuk'? Als er n jongens zijn dan zijn er 20-n meisjes... waarom? Tja... je bent een jongen of je bent een meisje... Maar ondertussen heb je dan wel gewoon één onbekende... en dan lukt het wel.
WvR
18-9-2006
#46683 - Statistiek - Leerling bovenbouw havo-vwo