Hallo!
bij de volgende opgave kom ik in de knoop met de -en en +en:
Als ik x2+3x-4 oplos met de kwadratische formule waarbij
A=1, B=3 en C=-4 zijn dan krijg ik daar tenslotte uit:
(-3±5)/2= (-3-5)/2, (-3+5)/2= -4, 1.
Als ik dan ga terugrekenen met (x-4)(x+1) dan komt daar toch x2-3x-4 uit? Wat doe ik fout?
Alvast bedankt!Peter
15-9-2006
Probeer 't eens met (x+4)(x-1).
Zie 2. Tweedegraads vergelijkingen oplossen
WvR
15-9-2006
#46642 - Formules - Student universiteit