Hoi,
N
Kan iemand mij uitleggen hoe je de partiele afgeleiden van
N
E(a,b)= ∑(zi–(a+bti))2 bepaalt?
i=1
Dankje, Wouter
wf van ginneken
15-9-2006
Je bedoelt de partiële afgeleiden naar a en b waarschijnlijk.
Wel, E(a,b) = å(a+b.ti-zi)2
(sommatie van 1 t/m n)
hetgeen gelijk is aan:
(a+b.t1-z1)2 + (a+b.t2-z2)2 + (a+b.t3-z3)2 + ...
Dus als je dat wilt differentiëren naar a, dan krijg je
dE(a,b)/da
= 2.(a+b.t1-z1) + 2.(a+b.t2-z2) + ...
ofwel 2å(a+b.ti-zi)
Werken we dit verder uit dan krijgen we:
2åa + 2åb.ti - 2åzi
= 2.n.a + 2.b.åti - 2åzi
Als je de voorgenoemde som naar b wilt differentiëren, dan krijg je (gebruik makend van de kettingregel):
dE(a,b)/db
= 2.(a+b.t1-z1).t1 + 2.(a+b.t2-z2).t2 + ...
= 2å(a+b.ti-zi).ti
= 2å(a.ti + b.t2i - zi.ti)
= 2.a.åti + 2.b.åt2i -2.åzi.ti
hopelijk kom je hier wat verder mee.
groeten,
martijn
mg
20-9-2006
#46640 - Differentiaalvergelijking - Student universiteit