Hallo,
In mijn studieboek van de Wageningse methode wordt gevraagd om van de somrij van de rekenkundige reeks c(n)=2n+3 een directe formule op te stellen.
Ik weet dat er twee formules zijn voor de somrij.
S(n) = 1/2n(c(1)+c(n)) of 1/2(c(0)+c(n))(n+1).
Als ik de eerste formule gebruik vind ik het juiste antwoord.
Sn = 1/2n.(8+2n). Maar gebruik ik de tweede formule dan komt er iets anders uit. S(n) = (n+3)(n+1). Hoe kan dit?
Heeft dit te maken met het gebruik van c(0) of c(1)? Wanneer weet ik dan of ik bij een reeks moet beginnen met c(0) of c(1)?
Li-anLi-an Hoenjet
9-8-2006
Dit heeft inderdaad te maken met het gebruik van c(0) of c(1).
In de eerste formule krijg je de eerste term door voor n = 1 te nemen.Bij de tweede formule krijg je de eerste term door voor n = 0 te nemen.
Welke van de twee formules je moet gebruiken hangt af van de methode waarmee je werkt. In de Wageningse methode is er blijkbaar een afspraak dat dat n = 1,2,3,4...
Als dat het geval is dan moet je de eerste formule gebruiken, tenzij uit de opgave blijkt dat n de waarde 0,1,2,3... aanneemt.
c(n) = 2n + 3 met n = 1,2,3,... geeft:
de rij 5,7,9,11,13,...
en de somrij 5,12,21,32,45,... S(n)= n2 +4n
c(n) = 2n + 3 met n = 0,1,2,... geeft:
de rij 3,5,7,9,11,13,...
en de somrij 3,8,15,24,35,48,.. S(n)= n2 + 4n + 3
wl
9-8-2006
#46285 - Rijen en reeksen - Leerling bovenbouw havo-vwo