WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op donderdag 21 november 2024

Re: Re: Somrijen

Bij de eerste formule 2n-n+1 is n+1 en bij n^2 gewoon n2-n+1.
Maar hoe zit het bij de volgende opgave want die zijn het moeilijkste.
Druk uit in n
a) 10+14+18+22+...+(4n+10)
b) 20+26+32+38+...+ (6n+2)
c) 4+8+16+32+...+2^n
d) 80+160+320+640+...+5*2^n

Hoe zit het met een verschilrij?
Gegeven is de rij U(n) met n=0,1,2... door 6,7,9,13,21,37
-Geef de directe formule van de verschilrij v(n)
- stel een directe formule op van de rij u(n)

Jan-Peter
10-6-2006

Antwoord

Beste Jan-Peter,

Bekijk opgave a eens. Met n=0 stemt 10 overeen (de eerste term), met n=1 stemt 14 overeen etc. Dus bij "n" heb je precies n+1 termen, zo weet je het aantal al. Je kent ook de eerste en de laatste term, dus kan je de formule toepassen.

Probeer het zelf voor b,c,d.

Tweede opgave: begin eens met de eerste termen van de verschilrij op te schrijven. Je herkent het patroon vast wel? Kan je dan een formule opstellen? Met behulp van deze formule kan je er dan ook een opstellen voor u(n).

mvg,
Tom

td
10-6-2006


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#45849 - Rijen en reeksen - Leerling bovenbouw havo-vwo