Beste mensen.
Er zijn een aantal opgaven die ik niet begrijp en die gaan over het bepalen van de trillingstijd/frequentie van sommen van sinussen en/of cosinussen, bv:
x(t)=cos(a\omegat) + cos(b\omegat) is periodiek wanneer er een rationaal verband bestaat tussen a en b. Mijn vraag is nu hoe je aan de trillingstijd T komt (of frequentie f=1/T). Ik heb een aantal dingen geprobeerd maar die gelden dan steeds niet algemeen. Voor sommen met meer dan twee sinussen/cosinussen heb ik helemaal geen idee. Zou u voor
x(t)=cos(5\omegat)+sin(6\omegat)-cos(8\omegat)
willen laten zien hoe de manier van aanpak is? Bij voorbaat dank.Rik
24-4-2006
dag Rik,
De trillingstijd T is gelijk aan 2\pi gedeeld door \omega·ggd(a,b)
Hierbij moet je de ggd 'ruim' opvatten, dat wil zeggen: uitbreiden naar de rationale getallen.
bijvoorbeeld
ggd(6,9) = 3
ggd(2/5,4/5) = 2/5
Deze formule is eenvoudig uit te breiden naar meer dan twee termen.
In jouw voorbeeld geldt dus:
ggd(5,6,8) = 1
dus T = \large\frac{2\pi}{\omega}
Anneke
1-5-2006
#45094 - Goniometrie - Student universiteit