de normaalvergelijking van AB.
Hoe moet je die juist vinden want dat hebben we ook nog niet gezien. En hoe doe je het dan verder in die oef??
Groetjes
Tomtomvr
12-4-2006
Als a.x + b.y + c = 0 een vergelijking is van een rechte is, vind je de normaalvergelijking door deze vergelijking te delen door de
normeringsfactor Ö(a2+b2)
Toegepast op de vergelijking van de rechte AB in determinantvorm is deze normeringsfactor Ö[(x1-x2)2+(y1-y2)2]
En dit is nu juist |AB|
Je hebt dus als opp(ABC) =
1/2.|AB|.d(C,AB) =
1/2.Ö[(x1-x2)2+(y1-y2)2].1/Ö[(x1-x2)2+(y1-y2)2].det
En deze wortelvormen vallen dus weg.
LL
12-4-2006
#44864 - Algebra - 3de graad ASO