Hoi!
Stel je speelt Yatzee (spelletje met 5 dobbelstenen). Je hebt een kleine straat gegooid (3,4,5,6) en hebt nog twee beurten om met 1 dobbelsteen een 2 te gooien (voor een grote straat). Hoe groot is die kans dan?
Volgens mij mag je niet de kans niet optellen (1/6 +1/6 = 1/3) of vermenigvuldigen (2 . 1/6 = 1/3) (ik kan niet precies onderbouwen waarom), maar moet je de complementregel gebruiken, dus 1-(P geen 2). Reken je dan juist door 1 - (5^2 : 6^2) te doen (waarbij 5 de andere mogelijkheden vertegenwoordigt, 6 staat voor alle mogelijkheden en 2 het aantal dobbelstenen zijn)? Dus klopt het dat de kans om 2 te gooien in twee worpen met 1 dobbelsteen dan (afgerond) 0,31 is?
Alvast bedankt!Anke
30-3-2006
Als je de eerste keer meteen een 2 gooit ben je klaar de kans daarop is 1/6. De kans dat je de tweede keer een 2 gooit is 5/6·1/6=5/36. De kans dat je een grote straat gooit is dus 1/6+5/36=11/36. Dat is een manier...
Je kan ook zeggen de kans dat je een twee gooit is:
1-P(geen twee)=1-(5/6)2=11/36
...en dat is ook een goede redenering. Dus volgens mij klopt het...
WvR
30-3-2006
#44614 - Kansrekenen - Leerling bovenbouw havo-vwo