Bedankt voor uw hulp! Mijn vraag is nu alleen nog hoe je een vergelijking met 2 verschillende variabelen kunt oplossen (20a+ 21b = 372). Bij onze wiskunde (wiskunde B1) moet je met veel bewijsvoering komen en ik neem aan dus ook bij deze som. Proberen mag dus niet. Ik hoop dat u mij bij deze laatste denkstap nog kunt helpen.Ilse
15-3-2006
Ik geloof niet dat het oplossen van Diophantische eerstegraads vergelijkingen behoort tot de eindtermen van wiskunde B. In dit geval is dat ook niet nodig omdat je uit het verhaal al het een en ander kan opmaken. Zo zal a een drievoud moeten zijn! Anders wordt 2/3a geen geheel getal, dus je kan eens kijken voor a=3, 6, 9, 12, 15,...
21b=372-20·3=312 deelbaar door 21? nee
21b=372-20·6=252 deelbaar door 21? ja, b=12
a=6 en b=12
Klaar! Of zouden er nog meer oplossingen zijn? Dat moet je zelf maar 's kijken...
Zie ook Oplossingen voor Diophantische eerstegraads vergelijkingen
WvR
15-3-2006
#44310 - Vergelijkingen - Leerling bovenbouw havo-vwo