Help, ik kom er niet meer uit..
f(x)= 1/√(3x-2)
g(x)= 5√(1-2x)
En heb je tips wanneer je de kettingregel, quotiëntregel of productregel gebruikt?Eldarion
25-2-2006
Een beetje flauw misschien maar 't is niet zo moeilijk! Als je te maken hebt met een ketting van functies moet je de kettingregel gebruiken, als je te maken hebt met een product van functies gebruik je de productregel en als je te maken hebt met een quotiënt van functies dan gebruik je de quotiëntregel. Zo makkelijk kan het zijn...
Op 5. Rekenregels voor het differentiëren kan je de verschillende regels vinden en voorbeelden.
Je eerste functie kan je opvatten als een quotiëntfunctie:
Je ziet dat je daarbij ook de kettingregel gebruikt. Voor het afleiden van wortelfuncties moet je maar eens kijken naar 6. Wortelfuncties.
Je kan f ook 'omwerken' naar een andere vorm! Soms is dat handiger:
In dit geval wel ietsje handiger.
Als je de tweede functie anders schrijft is dat waarschijnlijk ook geen probleem meer:
Vergeet de kettingregel niet!
WvR
25-2-2006
#43850 - Differentiëren - Leerling bovenbouw havo-vwo