Ok, ik snap wat ik had moeten doen.
Verder schrijf je etc...
Moet ik dit verder herleiden tot:
sinx = 0 dus x = 0 (alleen de sinus van 0 = 0).
En omdat cos(p/3) = 1/2 en geldt dat: cos(-x) = cosx? Of is dit het complete antwoord? Of mis ik een conclusie?
Alvast bedankt.
Grtx,
Barry
Barry Dogger
21-2-2006
Ik kan je de hele uitwerking en het (eind)antwoord wel geven, maar ik vermoed dat het werkelijke probleem is dat je een groot gedeelte van de basisprincipes van gonio-vergelijkingen gemist hebt.
Bij Wisfaq willen we wel een bepaald onderdeeltje nog eens uitleggen, maar geen hele hoofdstukken.
Ik raad je daarom aan je VWO-boek er nog eens bij te pakken en de hoofdstukken over gonio en goniometrische vergelijkingen nog eens te bestuderen.
Wellicht dat er ook e.e.a. op internet te vinden is: googlelen op "goniometrie" en/of "trigonometry"
maar vooruit dan:
sinx=0 Þ x = k.p met k= ..., -2, -1, 0, 1, 2,...
cosx=-1/2 Þ x = 2p/3 + 2kp Ú x = 4p/3 + 2kp
de eis was dat xÎ0,p
dus de oplossingsverzameling is {2p/3}
groeten,
martijn
6. Goniometrische vergelijkingen oplossen
mg
21-2-2006
#43792 - Goniometrie - Student universiteit