Bedankt voor de uitleg, ik probeer het te begrijpen, maar zit nog met die PT2 in mijn maag...
Voor AB2 kom ik idd op 36 uit, waarvan de wortel genomen natuurlijk 6 is, en tevens de zijde AB van het grondvlak ABCD.
Alleen kunt u ook die PT2 en PC2 invullen aub, dan snap ik allicht hoe het zit, want nu stuit ik echt op rare uitkomsten voor deze lijnstukken.
Alvast bedankt! MVG, WillemWillem
8-2-2006
|AB| = de vierkantswortel uit de gegeven formule.
We stellen hier nu de kwadraten van de afstanden aan elkaar gelijk, zodat we niet moeten werken met deze vierkantswortels.
co(T)=(0,0,8); co(P)=(x,3,0); co(C)=(3,-3,0)
Dan is
|PT|2 = (0-x)2 + (0-3)2 + (8-0)2 = x2 + 9 + 64 = x2 + 73
|PC|2 = (3-x)2 + (-3-3)2 + (0-0)2 = 9 - 6x + x2 + 36 = x2 -6x + 45
Uit x2 + 73 = x2 -6x + 45 volgt 6x = -28 en x = -14/3
LL
8-2-2006
#43570 - Lineaire algebra - Leerling bovenbouw havo-vwo