Ik heb een tekeningetje gemaakt en 3 willekeurige punten C, D en E gekozen.
Het resultaat is dan dat het beeldpunt van o een translatievector van (-2 1/2, -1) heeft en de vector van CD (3,0) en vector DE (1,2). Maar hoe nu verder?iris
31-1-2006
dag Iris,
Misschien kun je je punten nog wat willekeuriger kiezen, dat wil zeggen:
C(c1, c2), D(d1, d2), E(e1, e2).
Neem een punt P(p1, p2).
Wat is dan bijvoorbeeld V(E,2)(P)?
Tip: schuif eerst van E naar O, vermenigvuldig dan met 2, en schuif weer terug van O naar E.
Dit moet je nu driemaal toepassen. Het resultaat is een punt P'''.
De vector PP''' is de gezochte translatievector.
In deze vector zitten allemaal c-tjes, d-tjes en e-tjes.
Deze moet je dan weer terugvoeren naar de vectoren CD en DE.
Het resultaat kun je dan achteraf controleren met jouw voorbeeldpunten.
Lukt dat?
Anneke
1-2-2006
#43416 - Vlakkemeetkunde - Student hbo