Nog bedankt voor de hulp, maar als ik alles uitwerk tot dan toe(voordat ik ABC kan bepalen) snap ik 't nog niet helemaal. Ik weet namelijk iets niet zeker ( en mijn wiskunde leraar is er ook nog niet uitgekomen :S).
Ik doe nu als volgt: A/(x-1) + B/(x+1) + (Cx+D)/(x2+1).
Ik weet namelijk niet of die laatste teller goed is. Maar als ik dit uitwerk, krijg ik het volgende (A+B+C)x3 +(A+B+D)x2+(A+B-C)x + A-B-D.
Nou snap ik niet echt hoe het verder moet(als ik al goed bezig ben). Volgens mij moet ik nu zo doen: A-B-D=4.
Maar ja dan weet ik het echt niet meer. Als iemand dit misschien weet, dan zou het heel mooi zijn, voor mij en mijn leraar
Bij voorbaat dank,Rick
26-1-2006
Ik kom uit op:3 2Er volgt dan een stelsel van 4 vergelijkingen met 4 onbekenden:
x ·(A + B + C) + x ·(A - B + D) + x·(A + B - C) + A - B - D
a+b+c=0 (1)
a-b+d=0 (2)
a+b-c=0 (3)
a-b-d=4 (4)
Als je dit stelsel oplost ben je er uit. Ik ga er van uit dat moet lukken. Als je (1) en (3) optelt... krijg je 2a+2b=0. Als je (2) en (4) optelt krijg je 2a-2b=4. Je hebt dan al een stelsel van met 2 vergelijkingen met 2 onbekenden... dus a en b bekend... nee dat zie ik wel zitten...
WvR
26-1-2006
#43299 - Breuksplitsen - Leerling bovenbouw havo-vwo