Bedankt voor uw reactie. Ik had zelf ook al gedacht dat die √5 een rol zou spelen. De uitwerking zegt dat het antwoord -√5 is. Hoe ik daar dan op moet komen is me nog niet helemaal duidelijk. Zou er een fout in het spel kunnen zijn?Rens van Lier
20-1-2006
Beste Rens,
In dat geval is het bij jou inderdaad gedefinieerd voor de eenheidsvector in die richting, dat is in ons geval na normering dan (1,-2)/√5.
Het antwoord dat we al verkregen hadden moet dan ook gewoon met die factor vermenigvuldigd worden, we vinden dan het opgegeven antwoord:
-5/√5 = -5√5/(√5√5) = -5√5/5 = -√5
mvg,
Tom
td
20-1-2006
#43126 - Ruimtemeetkunde - Student universiteit