Er gaan negen mensen naar de bioscoop. Deze mensen willen allemaal NIET naast elkaar zitten.
Er is 1 rij bestaande uit 20 stoelen?
Hoeveel mogelijkheden zijn er om de mensen neer te zetten?Anne
14-1-2006
Je kunt dit op twee manieren opvatten:De eerste opvatting heeft onderstaande oplossing. De tweede opvatting staat beschreven in het antwoord op onderstaande oplossing.
- Ja wilt 20 mensen op een rij neerzetten, waarvan er 9 niet naast elkaar willen zitten.
- Je wilt 9 mensen in een rij van 20 stoelen neerzetten, waarbij de overgebleven 11 stoelen vrij blijven.
Stel, we nemen groep A en B. Groep A zijn die negen mensen die niet naast elkaar willen zitten. Groep B zijn dan de overige 11 mensen van die rij.
Om aan de voorwaarde te voldoen dat mensen uit groep A niet naast elkaar willen, moeten we zorgen dat tussen twee mensen van groep A minimaal één lid van groep B zit. Dat zou dus betekenen dat we 9 mensen uit groep A neer kunnen zetten met 8 mensen van groep B. Dus eigenlijk:
ABABABABABABABABA
We hebben nu nog drie mensen van groep B over die ook een plekje nodig hebben (nummer 9, 10 en 11 van groep B).
Nummer 9 van groep B kunnen we op 18 verschillende plaatsen neerzetten. Namelijk aan één van de buitenkanten of tussen twee mensen in.
Hierna kunnen we nummer 10 van groep B op 19 verschillende plaatsen neerzetten.
Tot slot kunnen we nummer 11 van groep B op 20 verschillende plaatsen neerzetten.
Hieruit kunnen we concluderen dat er 18·19·20 = 6.840 verschillende mogelijkheden zijn.
Daniel
14-1-2006
#42947 - Kansrekenen - Leerling bovenbouw havo-vwo