Ik heb de het vorige vraagstuk proberen op te lossen, maar kom niet het juiste uit, waar zit de fout?
0 ò 8 ((-1/2) (x-4)2 + 8) = (3)* 0 ò a ((-1/2)*(x-4)2 + 8)
0 ò 8 ((-1/2) x2 + 4x) = 3 * 0 ò a ((-1/2) x2 + 4x)
[ -(x3 / 6) + 2x2 ] tss o en 8 = 3[-(a3/3) + 2a2]
256/3 + 128 = (-3a3)/3 + 6a2
256+384 = -3a3 +18 a2
0= -3a3 + 18a2 - 640
Maar dan heb ik een negatieve uitkomst...
Waar zitten de fouten dan?
Groetjes!!!Elke
5-12-2005
Volgens mij gebruik je in de derde regel twee verschillende primitieven van dezelfde functie, je moet in het rechterlid krijgen: 3[-(a3/6)+2a2]
hk
5-12-2005
#42046 - Integreren - 3de graad ASO