WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 22 november 2024

Goniometrische limiet

" x Î ]0,p[: sin x tan x
Û .sin x./.sin x ..x./.sin x..tan x./.sin x.
Û 1 .x./.sin x..1./.cos x.
dan zijn de limieten: lim X-0 (1)=lim x-0 (1/cos x) = 1
Dus de tussenliggende limiet is ook 1.

Nu vraag ik me hetzelfde af, maar voor het 2e kwadrant.

Just me
22-11-2005

Antwoord

Hallo

In het tweede kwadrant is deze stelling niet van toepassing, want als x in het tweede kwadrant ligt, kan x niet naderen naar 0.
Trouwens je eerste gegeven klopt niet (" x Î]0,p[ : ...
Als x in het tweede kwadrant ligt, is sin x nog steeds positief en tan x is negatief, zodat zeker niet geldt dat sin x tan x.

Je bovenstaande bewijs geldt enkel " x Î ]0,p/2[

Je kunt de stelling wel uitbreiden voor x liggend in het vierde kwadrant :

lim(x®0)sin x/x = (*)

we vervangen nu x = -x' met x' in het eerste kwadrant

(*) = lim(x'®0)sin(-x')/-x' =

lim(x'®0)sin x'/x' = 1 (zie je eerste bewijs)

LL
23-11-2005


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#41725 - Limieten - 3de graad ASO