Ik heb wat problemen met het oplossen van vergelijkingen. Ik zou graag wat meer uitleg willen over hoe je dit oplost:
-4+(5x-1) = -2(3-2x)
en
7-(4-2x)-3(5x-6) = -18Isje
28-8-2002
Voor het oplossen van vergelijkingen gelden wel een paar principes, om het maar eens sjiek te formuleren...Dit zijn 'slechts' vuistregeltjes... want je moet allereerst goed begrijpen wat je aan het doen bent. Er zijn overgens verschillende manieren om vergelijkingen op te lossen, die ook nog wel eens door elkaar gebruikt worden... maar genoeg geleuterd, aan het WERK!
- Werk de haakjes weg
- Neem soortgelijke termen bij elkaar
- Werk links alle termen met alleen getallen weg
- Werk rechts alle termen met de variabele weg
Ik zet steeds het nummer van het lijstje hierboven bij de verschillende stappen in het oplosproces.
-4+(5x-1) = -2(3-2x)
(1)
-4+5x-1=-6+4x
(2)
5x-5=-6+4x
(3)
5x=-1+4x
(4)
x=-1
Opgelost!
7-(4-2x)-3(5x-6) = -18
(1)
7-4+2x-15x+18=-18
(2)
-13x+21=-18
(3)
-13x=-39
(deel links en rechts door -13)
x=3
Opgelost!
Hopelijk is het wat duidelijker geworden...
Zie ook Lineaire vergelijking oplossen.
WvR
28-8-2002
#4170 - Vergelijkingen - Iets anders