Hoi.. ik zit met een probleempje..
p is een lineare functie van q.
voor q = 150 is p = 7.75 en voor q = 425 is p = 2.25
Schrijf p als functie van q -
p=aq+b en zo.. dat kan ik wel, maar ik zit vast als er gevraagd wordt 'bereken p voor q =250' en 'bereken q voor p=4.25' zou u misschien kunnen uitleggen wat daarmee bedoeld wordt? Wat moet ik precies berekenen... en hoe.. geen idee :(
Aletta
21-11-2005
Als 't goed is heb je n.a.v. Lineaire functie je a en b berekend...
Dus heb je een formule zoals (bijvoorbeeld):
p=5·q+2
Als je weet dat p=4.25 vul je de p in de formule in en kan je q uitrekenen.
4.25=5q+2
2.25=5q
q=0,45
Zoiets kan je ook doen als je q weet. Kwestie van invullen en oplossen...
WvR
21-11-2005
#41689 - Functies en grafieken - Leerling bovenbouw havo-vwo