In welke gevallen weet ik heel zeker zonder de precieze opgave te kennen dat het verkregen resultaat fout is ?
vb:
sin a = 1,6
cos a = -3
tg a = 5
ik dank u bij voorbaatcyntia
27-8-2002
Zowel de sinus als de cosinus van een willekeurig getal kunnen nooit kleiner zijn dan -1 of groter zijn dan +1 !
Als er dus staat sina=1,6 of cosa=-3 dan moet er een alarmbel gaan loeien.
(let wel: a mag wel alles zijn, maar SINa ligt altijd tussen [-1,+1], evenals de COS)
De tangens van een getal kan liggen tussen -¥ en +¥.
dus tana=5 is best mogelijk.
groeten,
martijn.
mg
27-8-2002
#4150 - Goniometrie - Leerling bovenbouw havo-vwo