WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op zondag 24 november 2024

Ongelijkheid

½logx·2logx1

Jos
24-8-2002

Antwoord

Je zou misschien gebruik kunnen maken van de regel:

alogb = glogb/gloga

zodoende is 1/2logx=10logx/10log½
en
2logx=10logx/10log2

ik neem nu maar even de 10-log omdat je daarmee op je rekenmachine verder komt. maar je mag ook de e-log nemen (oftewel de ln, die zit ook op je rekenmachine) of elke waarde voor g die je leuk vindt als die maar groter is dan 0 en ongelijk aan 1. (!)

dit brengt je tot de ongelijkheid:

(10logx)2/(10log½.10log2)1 Û
(10logx)2(10log½.10log2)

Je moet dus eigenlijk de snijpunten bepalen (zo die er zijn) van y=(10logx)2 met y=(10log½.10log2) (dit is een constante, ofwel een hor. lijn)
En dan bepalen op welke intervallen geldt dat
(10logx)2 (10log½.10log2)

Let hierbij op het domein van ..logx want dat is zoals je wel weet <0,®>

hopelijk kom je er zo uit.

groeten,
martijn

mg
24-8-2002


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#4115 - Logaritmen - Student hbo