V: (-1,-1,0) + l(1,0,-2)+ m(-1,-4,0)
W: (0,1,0) + a(1,3,-1) + b(0,-2,0)
Dan:
-1+l-m=a
-1-m=1+3a-2b
-2l=-a
Dit probeer ik op te lossen, maar ik hou steeds 3 onbekenden over...
Altiene
4-10-2005
Beste Altiene,
In je stelsel zit een klein foutje, m hoort in vgl 2 een coëfficiënt -4 te hebben. Dan heb je een stelsel van 3 vergelijkingen in 4 onbekenden, daar heb je inderdaad géén unieke oplossing uit. Gelukkig maar, want we zoeken geen punt maar een lijn.
Je lost het stelsel op door één onbekende te kiezen als vrije parameter (bijvoorbeeld m) en dan het stelsel op te lossen naar de overige 3 onbekenden. Je oplossing zal dan waarschijnlijk afhangen van de parameter m. In feite hoef je alleen de oplossing van l te zoeken in functie van m en dan deze in de vergelijking van het vlak V vervangen om de vergelijking van de gezochte lijn te vinden.
mvg,
Tom
td
4-10-2005
#40600 - Lineaire algebra - Student hbo