Ik vind het rekenen bij machten met breuken en negatieve exponenten lastig.
Een opgave snap ik niet.
Dat is de volgende:
-4*(2/3 a)tot de macht -2
Ik heb al dit:
-4* 1:(2/3)2 * 1: a2
(Ik heb van de laatste een breuk gemaakt en van 4 4/1)
- 4/(2:3)2a2
Als een breuk dus.
Maar het antwoord is:
- 9/a2
Ik weet niet precies wat ik allemaal fout heb gedaan.
Ik zou dat graag weten en misschien ook nog wat tips.
Lisanne
29-9-2005
Dag Lisanne
Het probleem zit in (2/3*a)-2
(2/3*a)-2 =
(2/3)-2 * (a)-2 =
(3/2)2 * (1/a)2 =
9/4 * 1/a2 =
9/4a2
Met de factor -4 ervoor krijg je inderdaad : -9/a2
LL
29-9-2005
#40514 - Logaritmen - Leerling bovenbouw havo-vwo