hallo, ik was een paar oefeningen aan het maken i.v.m som en product van de oplossingen van een vierkantsvergelijking tot ik deze oefening tegen kwam:
als de tweedegraadsvergelijking ax2+bx+c=0 als oplossingen x(1) en x(2)heeft, geef dan een tweedegraadsvergelijking waarvan (x(1))2 en (x(2))2 de oplossingen zijn.
zo ben ik begonnen:
(x(1,2))2= ((-b+,-Ö(b2-4ac))/(2a))2
daarna zou ik aan de hand van (x(1))2+(x(2))2= -B/a
en (x(1))2*(x(2))2= c/a
de nieuwe tweedegraadsvergelijking halen. Ik heb problemen met het uitrekenen ervan en weet niet zeker of dit de juiste methode is.
alvast bedankt.
thomas
24-9-2005
Een voorbeeldje dan maar? Neem x1=-3 en x2=4. Je krijgt dan (x1)2=9 en (x2)2=16. De vraag is dan welke tweedegraadvergelijking heeft als oplossingen x=9 of x=16?
Antwoord 1:
(x-9)(x-16)=0 (factorstelling)
Antwoord 2:
x2 - (9+16)·x + 9·16 (product-som-methode)
..en deze antwoorden zijn natuurlijk hetzelfde. Je kunt nu, neem ik aan, zelf wel de algemene vorm bedenken.
WvR
24-9-2005
#40431 - Vergelijkingen - 2de graad ASO