Gegevens hebben betrekking op het bezoekersaantal Schouwburg L. onderscheiden naar theatervorm.
1988: 5100 toneel 1991: 5800 toneel
4140 cabaret 9670 cabaret
4460 muziek 7250 muziek
2250 overige 1480 overige
totaal: 15950 totaal: 24200
Opgave: teken voor 1988 en 1991 cirkeldiagrammen (oppervlakte-diagrammen) waarin de verdeling van de bezoekers over de verschillende theatervormen is af te lezen.
Ik weet wel hoe ik de verdeling van de verschillende theatervormen moet uitrekenen, maar ik weet NIET hoe ik de straal die behoord bij het oppervlaktediagram moet uitrekenen.
In het antwoordenboekje staat de volgende formule:
r 1991= 1,23 · r 1988.
Ik weet echter niet hoe ze aan het getal 1,23 komen.
Ik hoop dat U mij kunt helpen bij de berekening! Alvast bedankt voor de moeite!
groetjes JacquelineJacqueline Knops
14-8-2002
Het totale bezoekersaantal was in 1991 ruim 1,5 keer zoveel als in 19999 (24200/159501,517)
Om dit goed in beeld te brengen zou de OPPERVLAKTE van het cirkeldiagram van 1991 ook ruim 1,5 keer zo groot moeten zijn.
Als je de straal 1,5 maal zo groot zou maken wordt de opeervlakte ca. 1,5x1,5 dus meer dan 2 maal zo groot(de oppervlakte is r2), en dat is niet de bedoeling.
Om de oppervlakte ca. 1,517 maal zo groot te maken moet je de straal ca. 1,23 , iets nauwkeuriger: 1,2318(1,517..) maal zo groot maken.
Immers 1,231821,517
gk
14-8-2002
#3999 - Statistiek - Student hbo