Graag had ik wat hulp bij een vraagstuk over de invloed van de jacht op de grootte van de populatie. Het vraagstuk gaat als volgt: in januari 1999 werden 14000 zeehonden geteld. Elk jaar is het aantal geboorten 40% van de totale populatie aan het begin van dat jaar. Verder blijkt dan 15% van de populatie jaarlijks sterft? Stel dat men elk jaar 2000 zeehonden vangt.
De vraag is: hoeveel zeehonden er zijn in januari 2000?
Volgens mij moet je dan toch gewoon bij 14000 40/100 van 14000 optellen en 15/100 van 14000 aftrekken en daarna nog eens 2000 aftrekken en bekom je 15500 zeehonden.
Maar volgens de oplossing achteraan in het boek zijn er in januari 2000 14660 zeehonden.
Is dit een fout van het boek of waar zit eventueel mijn fout?
bedankt!!JOS
12-8-2002
Hoi Jos!
Om te beginnen: het antwoord in het boek lijkt me goed.
Echter, wat niet in de vraag staat, maar wat je wel zou kunnen bedenken is dat van de nieuwgeboren zeehonden ook 15% doodgaat.
Oftwel, 14000 plus 40/100 van 14000 is 19600.
19600 min 15/100 van 19600 is 16660.
16660 min 2000 gevangen zeehonden is 14660.
Je moet in dit geval dus doorrekenen met het tussenresultaat van 19600 en niet met het beginaantal van 14000.
Groetjes, Martin
mschapen
12-8-2002
#3989 - Telproblemen - Student Hoger Onderwijs België