Wat gebeurt er met de periode van sinus(x2) of sinus(x)?
Deze blijft niet constant, in sommige gevallen is er zelfs geen gestructuur in de vergroting/verkleining van de periodes; of te wel ik begrijp het niet. Kan je me helpen dit te begrijpen.
Bijvoorbaat dank.Jan Stam
8-6-2005
Beste Jan,
In deze gevallen kan je niet meer spreken van een periode, vermits dit per definitie enkel kan bestaan voor periodieke functies, waarbij f(x) = f(x+p) voor een zekere p.
In het geval van sinusoïdes kun je het algemene geval beschrijven als
f(x) = a*sin(wx + j)
Hierin is a de amplitude, j de fase, w de hoeksnelheid (of -frequentie) en bijgevolg w/(2p) de periode. Het argument van de sinus moet dus lineair in x zijn om te kunnen spreken van een periode.
mvg,
Tom
td
8-6-2005
#39070 - Goniometrie - Student universiteit