Nog bedankt voor u goede tips maar nu had ik nog een vraagje aan u, want ik kom ergens niet uit bijv. je moet uitzoeken welke formule bij de tabel hoort:
a 0 1 2 3 tijd 5 8 11 14 Welke formule hoort hierbij:
A. 5a + 5
B. 3a + 5
C. a + 7elisa vinkoert
13-10-2001
Het uitzoeken welke formule er bij een tabel hoort gaat zo:
Je ziet dat als a steeds één groter wordt, dan wordt tijd steeds 3 groter wordt. Die 3 is precies het getal dat voor de a staat in de formule. Dus het antwoord moet B zijn.
Een andere manier is om a in te vullen in de formule en kijken of het overal klopt.
Neem a=0 dan komt er uit:
A. 5
B. 5
C. 7
A en B zouden kunnen kloppen, maar C niet.
Neem a=1 dan komt er uit:
A. 10
B. 8
Het antwoord van A. is fout... dus moet het goede antwoord wel B. zijn.Daarna kan je nog controleren of de formule B. ook voor de andere getallen klopt:
11=3·2+5 klopt!
14=3·3+5 klopt!
WvR
13-10-2001
#384 - Functies en grafieken - Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo