Ik moet de niet lineaire en de gelineariseerde waarnemingsvergelijking van de achterwaartse insnijding afleiden. Alleen ik heb die van de algemene vorm, dus die geldt niet voor achterwaartse. Zouden jullie mij hiermee kunnen helpen?
Mvgrichard
18-5-2005
Kijk dat is nog eens een aardige puzzel! Het komt zo maar uit de lucht vallen... Zover ben ik al:Bij de achterwaartse insnijding wordt slechts hoekmeting verricht in het te bepalen punt, en wel naar minimaal drie in coördinaten bekende punten.Als je nu even uitlegt wat hier dan de waarnemingsvergelijking is... dan kunnen we nog eens kijken of we er mee verder komen... of zit ik op het verkeerde spoor?
Meet men in figuur 2.6 de hoek APB, dan bepaalt deze hoek een cirkel door A, B en P, en geeft dus een meetkundige plaats voor P. Meting van de hoek CPA bepaalt een tweede meetkundige plaats. De twee meetkundige plaatsen bepalen de ligging van het punt P, zodat uit de gegeven coördinaten van A, B en C en de twee gemeten hoeken de coördinaten van P te bepalen zijn. Een eis is echter dat P niet op één cirkel met A, B en C ligt.Zie Globaal overzicht van landmeetkundige methoden [http://mail.vssd.nl/hlf/a028h02.pdf]
WvR
18-5-2005
#38182 - Vlakkemeetkunde - Leerling bovenbouw havo-vwo