Ik doe mijn examens voor de middenjury. In mijn leerplan staat bij logaritmen: eigenschap in verband met overgang naar een nieuw grondtal. kan iemand mij helpen met wat dit juist betekent?
alvast bedankt,
Ellen.Ellen
11-5-2005
Voor logaritmen geldt oa de eigenschap:
alog b = glog b / glog a
Op je rekenmachine kan je alleen logaritmen met het grondtal 10 rechtstreeks uitrekenen. Voor logaritmen met een ander grondtal maak je gebruik van de bovenstaande eigenschap.
Voor het uitrekenen van bv 2log 7 doe je dus
10log 7 / 10log 2 = ongeveer 2,8
(je toetst dus in: 7 log : 2 log =) Je bent dan van grondtal 2 overgegaan op grondtal 10.
De uitdrukking 16log (2√2) is nogal ondoorzichtig maar 16 en 2√2 hebben allebei wat met 2 te maken dus met grondtal 2 wordt het vast mooier. Wanneer je dus voor g het getal 2 neemt krijg je:
2log(2√2) / 2log 16 = 3/8
Zie ook:
Rekenregels machten en logaritmen
groet
pl
11-5-2005
#37902 - Logaritmen - 3de graad ASO