De som van 3 getallen is 290. Het tweede getal is het dubbele van het eerste getal en het derde getal is 10 minder dan de som van de eerste twee. Bepaal deze 3 getallen?gaelle codron
29-6-2002
Bij dit soort opgaven is het handig om met variabelen en vergelijkingen te werken. Noem het eerste getal n, dan is het tweede getal 2·n en het derde getal 3·n-10 (n+2·n-10).
De som is dan n+2·n+3·n-10=6·n-10
Je weet 6·n-10=290, dus 6·n=300 en dat levert n=50.
Dus de getallen zijn 50, 100 en 140.
Handig toch?
WvR
29-6-2002
#3788 - Formules - Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo