Ik moet een oefening voorbereiden, maar ik snap er totaal niets van. Je hebt dus A={a,b,c,d,e,f}. De vragen zijn:Hopelijk kunnen jullie mij dit uitleggen want ik heb daar binnekort ook een grote test van.
- hoeveel 'woorden' van 6 verschillende letters kan men vormen met de letters van A?
- hoeveel van deze woorden beginnen met a?
- hoeveel beginnen met ab?
- in hoeveel van deze woorden staan de letters a,b,c naast elkaar?
- in hoeveel van deze woorden komt de 'woordgroep abc' voor?
Gwendolien Timsonet
9-5-2005
Ok! We gaan er vanuit dat het zonder herhaling is... dus verschillende letters!Zou dat lukken zo?
- Voor de eerste letter kan je kiezen uit 6, voor de tweede letter uit 5, voor... enz...
- Voor de eerste letter kan je kiezen uit 1, voor de tweede letter uit 5, voor de derde uit 4,...
- Voor de eerste letter kan je kiezen uit 1, voor de tweede letter uit 1, voor de derde letter uit 4, voor de vierde uit 3,...
- Als je abc beschouwt als 1 letter (drie in een zak methode!) dan zijn er 4 verschillende volgordes te maken waarbij abc naast elkaar staan... maar deze 3 letters zijn onderling ook weer verwisselbaar, dus in totaal 4·3!=24 stuks
- Met zes letters heb je 4 mogelijkheden:
abc...
.abc..
..abc.
...abc
Bereken op dezelfde manier als bij 1, 2 en 3 het aantal mogelijkheden voor deze vier mogelijkheden...
WvR
9-5-2005
#37804 - Telproblemen - 3de graad ASO