Wij snappen de uitwerkingen van b en c niet helemaal.
bij b hebben wij:
p[A] = gooien met oneerlijke dobbelsteen
P[B} = 2 keer 1 gooien
P[A] = 1/3
p[B] = 1/3 * 1/3 = 1/9
P[AB] = 1/3 * (2/3 * 2/3) = 4/27
P[A|B] = (4/27) / (1/9) = 1 1/3
Dit kan natuurlijk niet, enig idee wat we fout doen?
De uitkomst moet volgens ons tussen de 2/3 en 1 in liggen.
We weten nog niet hoe we vraag c moeten aanpakken, kunnen jullie hier ook wat meer informatie/uitwerking van geven?
Hartelijk dank alvast
Frank
7-4-2005
Je vergeet dat je ook 2 enen kan gooien met de eerlijke dobbelstenen. P(B) is dus niet gelijk aan 1/9, maar gelijk aan 1/6.
Ik denk dat het dan zoiets moet worden (hoop ik):
Kijk maar eens of het klopt!
WvR
9-4-2005
#36446 - Kansrekenen - Student hbo