WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op maandag 25 november 2024

Recursieve formule

Ik zit in de 4e klas van het vwo en ik heb binnenkort een repetitie over getallenrijen. Een deelonderwerp is recursieve formules.

Ik heb een vraag:
Ik heb de formule U(n+2)=2·U(n+1)+U(n) met U1=2 en U3=3.
Dan moet ik berekenen: U3 t/m U8.
Hoe kan ik hier deze U(n) berekenen met een formule die begint met U(n)=....

Alvast bedankt

Groeten

Aart Speerstra
3-4-2005

Antwoord

Het berekenen van U3 t/m U8 lijkt me niet zo'n probleem...?

U(3)=2·U(2)+U(1) en je weet U(3)=3 en U(1)=2
Dus:
3=2·U(2)+2
U(2)=1/2

U(4)=2·U(3)+U(2)=2·3+1/2=61/2
U(5)=2·U(4)+U(3)=2·61/2+3=16
U(6)=...

Of moeten we dat toch anders zien?

WvR
3-4-2005


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#36233 - Formules - Leerling bovenbouw havo-vwo