In een vaas zitten 10 witte en 5 rode ballen. Je neemt willekeurig 3 ballen, wat is de kans dat er een rode bal tussen zal zitten?
Eerst dacht ik dat dit een simpele vraag zou worden, maar het bleek iets lastiger te zijn.Tim
1-6-2002
Als je bedoelt 'een' rode bal in de zin van 'minstens één rode bal', dan kun je het beste complementair te werk gaan.
Dus: P(minstens één rode) = 1 - P(geen rode) = 1 - P(3 witte) = 1 - 10/15 . 9/14 . 8/13 enz.
Bedoel je met 'een rode' exact één rode dan kan het bijvoorbeeld als volgt:
P = P(rww of wrw of wwr) = 3.5/15.10/14.9/13Zie Hoe reken je kansen met complementregel? [http://www.wisfaq.nl/showrecord3.asp?id=2395]
MBL
1-6-2002
#3479 - Kansrekenen - Leerling bovenbouw havo-vwo