In een geijkte ruimte geeft men:
A(1,2,-1); a:x-2/3= y+1/2= z-3 ; a:2x-3y+z+5=0
Bepaal het stel coordinaten van een punt B op a zo dat het hoekpunt C van het parallellogram OACB in het vlak a
IK snap er niet zo veel van
please helproberto carlo
1-3-2005
dag Roberto,
De eerste stap zou kunnen zijn: schrijf de rechte a in parametervorm, zodat je de coördinaten van B met één parameter l kunt weergeven.
Nu geldt: vector OC is gelijk aan vector OA plus vector OB, zodat je ook de coördinaten van het punt C met diezelfde parameter l hebt.
Nu moet punt C in vlak a liggen, waarmee je de waarde van l kunt berekenen, en daarmee dus de coördinaten van B.
Zou dat lukken?
succes,
Anneke
2-3-2005
#34686 - Ruimtemeetkunde - 3de graad ASO