Ik heb het volgende probleem.
Enerzijds xg = 160 - 1.645 x 5/Ön
Anderzijds xg = 155 + 1.96 x 5/Ön
Het antw. is 5 = 3.605 x 5/Ön Ön = 3.605
In het eerste gedeelte hoe trek ik - 1.645 x 5/Ön van dit + 1.96 x 5/Ön af.
en het tweede Ön = 3.605 Ik weet dat de beide vijfen van elkaar mogen worden afgetrokken, maar als er bij de eerste nu bijv. een 3 staat wat dan??
met vriendelijke groet,
Ronald Baggerman
Ronald Baggerman
23-2-2005
Hallo Ronald,
Ik neem aan dat je de twee functies van elkaar af wilt trekken om n te bepalen? Omdat in beide vergelijkingen de term Ön voorkomt, kan je ze "gewoon" van elkaar aftrekken. Je krijgt dan:
(xg = 160 - 1.645 ×5 / Ön) -
(xg = 155 + 1.96 ×5 / Ön) =
0 = 5 - 3.605 ×5 / Ön
Herschrijven levert op:"
5 = 18.025 / Ön
Dus
Ön = 3.605
en n = 13.00
Deze notatie maakt het aftrekken wat makkelijker, maar ook als er een 3 en een 5 staat kan je het van elkaar aftrekken, je moet dan alleen het product (de vermenigvuldiging) uitschrijven. Dit probleem:
(xg = 160 - 1.645 ×3 / Ön) -
(xg = 155 + 1.96 ×5 / Ön)
Is namelijk precies hetzelfde als dit probleem:
(xg = 160 - 4.935 / Ön) -
(xg = 155 + 9.8 / Ön)
Nu kan je "gewoon" -4.935 - 9.8 berekenen.
Succes!
sb
9-3-2005
#34444 - Statistiek - Student hbo